‘Elke ontmoeting kan een kunstwerk worden’.
—  Rik ten Cate

︎
Beeldhouwer Rik ten Cate (1955) maakte bij de 52 weekspreuken van Rudolf Steiner 52 bronzen beelden.
Rik volgde zijn opleidingen in de pedagogiek (Zeist) en de beelden kunsten (Amersfoort, Utrecht). De combinatie van kunst en mensenwerk is zijn werkterrein geworden: mensenkunst.


Jarenlang werkte Rik in het onderwijs: het basisonderwijs, het middelbaar onderwijs en in het volwassenenonderwijs. De begeleiding van de ontwikkeling van jonge mensen stond daarin altijd centraal, vooral ook met behulp van de kunstvakken.

Parallel daaraan heeft hij als autonoom beeldhouwer zijn atelierwerk verzorgd en hield hij exposities in binnen- en buitenland.

‘Al heel snel na mijn pedagogische start, merkte ik, dat het mooi is om met mensen te werken, maar dat de gangbare methodes me te intellectueel zijn. Kunstenaar te worden, kunstenaar te zijn: dat is mijn doel! En hoe word je dat, wanneer ben je dat?

Voor mij heeft het alles te maken met oorspronkelijkheid. Het kunnen ‘omdenken’ en ‘omvoelen’, het kunnen omwerken van gedachten, van gevoelens en van handelingsroutines maakt, dat vrijwel alles in het leven steeds nieuw kan zijn. Elke ontmoeting kan tot een kunstwerk worden, elk stuk klei kan veredeld worden. Koper kan gemengd worden met tin, en zo tot brons worden; gegoten in een beeld kan het meer dan een leven lang meegaan als kunstwerk.

Veruit het grootste deel van mijn beeldhouwwerk ontstaat in brons. Daarnaast zijn steen, hout en klei heerlijke materialen. Ik kies ervoor, daar ambachtelijk mee om te gaan.

Alle facetten werken mee: het materiaal als minerale of plantaardige oorsprong, het vuur waarin het gevormd wordt of de hamerslagen van klopper en beitel, de plaats waar het beeld naartoe zal gaan: alles bepaalt.

Ik beschouw mezelf in mijn rol als beeldhouwer, als één van die meebepalende facetten, en zo maken we altijd samen de beelden: mijn omgeving, het beeld zelf en ik.’


︎
Meer
www.riktencate.nl

Lees het interview met Rik in het  tijdschrift ‘Motief’ hier.